Hoe werkt een slangenpomp?
Masterflex slangenpompen worden opgebouwd uit een aandrijving, een pompkop en slangmateriaal. De pompkop is het belangrijkste onderdeel van de slangenpomp en bestaat uit twee delen: de rotor en de behuizing.
De rotor is voorzien van drie of meer gelagerde rollers. Wanneer een slang in de pompkop geplaatst wordt en de pompkop gesloten is wordt de slang door de rollers tegen het occlusiebed dichtgedrukt.
De pompwerking bestaat uit drie fasen
Aanzuigfase
In de aanzuigfase drukt de roller de slang dicht en rolt door tot boven aan de pompkop. De flexibele slang veert achter de roller terug naar de oude “open” toestand. Hierdoor ontstaat er onderdruk en zal slang zich vol zuigen met vloeistof (of lucht).
Afsluitfase
Als de slang volledig is gevuld grijpt de volgende roller aan en wordt de vloeistof tussen twee rollers opgesloten. Het volume dat tussen de rollers opgesloten zit, is een vast gegeven en zal met newtonische vloeistoffen zeer constant zijn. Het debiet van een slangenpomp wordt dus bepaald door dit volume te vermenigvuldigen met het toerental van de pomp.
Doorvoerfase
In de doorvoerfase wordt de vloeistof uit de pompkop geduwd en begint tegelijkertijd opnieuw de aanzuigfase aan de inlaatkant van de pompkop. De rollers zorgen ervoor dat de slang te allen tijde gesloten blijft. De vloeistof kan dus niet terug stromen.